De hoge boom

Op de hoek van de straat staat een boom.
Het is een hele hoge boom met heel veel takken en blaadjes.
Daan gaat altijd onder de boom staan en kijkt dan omhoog naar alle takken die hij ziet.
Soms valt er een blaadje op zijn neus, dat vindt Daan erg leuk.
Op een dag staat Daan onder de boom en ziet hij ineens hele rare takken bij elkaar, hij weet niet wat het is en gaat naar binnen.
Binnen ziet hij Papa en vraagt hij aan hem of hij weet wat het is. Hij weet het niet en gaat mee naar buiten om te kijken.

Buiten wijst Daan de rare takken aan en Papa moet lachen! 'Dat is een vogelnestje', zegt Papa.
'Een vogelnestje? Wat is dat?' vraagt Daan.
Papa vertelt dat het een nest is voor vogels, vogels maken dit met heel veel kleine takjes. Als het klaar is dan legt de mama vogel er een ei in.
Dan gaat de mama vogel hier heel lang op zitten, zo blijft het ei lekker warm.
In het ei zit een piepklein vogeltje, die moet groeien in het ei.
Als het vogeltje te groot is geworden voor het ei, dan pikt hij het ei kapot en kruipt het kleine vogeltje uit het ei.
Dan wonen ze in het nestje vertelt papa.
De mama vogel gaat steeds weg van het nestje en zorgt ervoor dat het kleine vogeltje eten krijgt.
'Wat eet de babyvogel dan?' vraagt Daan.
'Die eet wormen, die in het gras zitten', zegt Papa.
'Als het vogeltje te groot is geworden voor het nestje, dan gaat de vogel vliegen en is het een grote vogel geworden', legt Papa uit.
Daan blijft kijken naar het nestje, daar komt Lotte.
Daan vertelt tegen Lotte wat Papa net allemaal vertelt heeft over het nestje en ze blijven samen kijken.
Ineens zien ze een vogel naar het nestje vliegen, die heeft een takje in de bek.
Ze brengt het takje naar het nestje en vliegt weer weg!
Daan en Lotte blijven de hele middag kijken naar het nestje en zien de vogel nog vaak naar het nestje vliegen.